Ze zei: “ik ben zo boos!” Ze keek me indringend aan. Ze hield het niet meer, het moest er uit. “Hij is verliefd geworden op een ander. Het maakt me misselijk als ik er aan denk, hìj met háár. Waarom heeft hij er niet met me over gepraat? Ja, nu kan ik hem dus niet meer vertrouwen. En ik weet al helemaal niet of ik het hem kan vergeven.” Fel en verwachtingsvol keek ze me aan. Ze verwachte bijval. Morele steun. Ze had toch gelijk? Wat kon ik zeggen… ze wilde alleen maar horen dat hij niet deugde. Ik zag vooral een hele verdrietige vrouw die helemaal vast zat in boosheid, in verwijt, in haar gelijk.
Tijdens de Reiki gebeurde er iets moois. Het was alsof ze even uit haar lijden stapte. In liefde naar zichzelf en haar relatie keek. Met compassie. Zonder gelijk aan haar zijde. Zonder boosheid.
We spraken nog even na. Ze gaf wel toe dat ze zelf ook behoorlijk in slaap was gesukkeld in de relatie. En dat ze niet degene was geweest die vreemd was gegaan, maar er ook niet echt voor hem was geweest. Dat ze samen best waren vastgeroest. En dat zij daar natuurlijk ook verantwoordelijk voor was. Ze zuchtte, ze was ineens zo moe, zei ze. “Wees maar lief voor jezelf”, zei ik, “ik heb ook moeten leren om niet alleen naar de ander, maar eerst naar mezelf te kijken. Daar begint het, bij je eigen vergeving.”